Het is vaak gezellig druk op de baan in het stadion. Zo druk zelfs dat het handig is om de baanregels onder de aandacht te brengen. Het is aan iedereen die op de baan traint of training geeft om de regels zo goed mogelijk te volgen. Spreek elkaar, in alle redelijkheid, gerust eens aan op deze regels. Voor vragen of opmerkingen kun je ook altijd iemand van het bestuur aanspreken.
Algemeen
- Iedereen die in het stadion traint in de trainingsuren van Phanos (17.00 tot 22.00) moet lid zijn van Phanos. Zonder toestemming van het bestuur van Phanos mag niemand meer dan 3 keer zonder lidmaatschap in het stadion trainen. Het is aan de trainer om te weten dat al zijn/haar atleten lid zijn van Phanos.
- Troep opruimen. Vaak staan er nog pionnetjes of horden op de baan of liggen er kogels in de kogelbak. Let er op dat na de training al het materiaal weer staat of ligt waar het hoort.
- Stadionverlichting uit. De verlichting van het stadion kost onze vereniging veel geld . Laten we er allemaal op letten of we niet de laatste zijn. In principe is de laatste trainer die het veld verlaat verantwoordelijk voor het licht. Waarschuw een willekeurige trainer of de bardienst als het licht uit kan.
- Maak geen rommel, er ligt vaak zwerfvuil of een leeg flesje op de baan. Gooi flesjes en papiertjes in de vuilnisbak. Het stadion is te mooi om als vuilnisbak te dienen.
Lopen
- Banen 1 tot en met 4 worden gebruikt voor rondjeslopen. In baan 1 worden de tempo’s gelopen en baan 2 wordt zo veel mogelijk vrij gelaten en is bedoeld om in te halen. In banen 3 en 4 wordt gelopen als er rust in het schema zit. In banen 1 en 2 wordt dus nooit gewandeld. Voor de tempo’s geldt, loop ze zo dicht mogelijk langs de binnenkant van de baan en altijd achter elkaar in plaats van naast elkaar.
- Sprinten en hordenlopen wordt zoveel mogelijk in de banen 5 tm 8 of 9 gedaan. Wees er attent op dat daar flink hard gelopen wordt en ga daar niet in de weg staan.
- Kijk eerst goed voordat je de baan opstapt, wees je altijd bewust van waar er nog meer getraind wordt.
- Stilstaan kan en mag maar dan zoveel mogelijk naast de baan; in het gras of aan de buitenkant.
- Warming-up oefeningen op het middenveld kunnen alleen als er niet een werptraining aan de gang is. De werpers hebben voorrang bij het gebruik van het gras.
- Pas goed op bij het oversteken van het grasveld. Oversteken is voor de verantwoordelijkheid van de loper niet van de werper. Het grasveld is primair het domein van de werpers. Er kan van twee kanten gegooid worden en er wordt soms heel ver gegooid bij Phanos.
Werpen
- Discuswerpen alleen uit de kooi. Zorg dat de kooi goed opgehesen is zodat er geen discus op de baan kan landen.
- Tel de discussen/kogels/speren voor en na gebruik. Er worden regelmatig discussen teruggevonden op het grasveld en soms slingeren er verlaten kogels in de kogelbak.
- Voor alle werpnummers geldt, ga pas werpen als je zeker weet dat er niemand door de werpsector loopt.
Springen
- Na gebruik verspringbak, met een bezem zoveel mogelijk zand terug in de bak vegen.
- Na het springen schoenen buiten uitkloppen.
- Na gebruik (pols)hoogspringbakken de beschermkap of mat terugplaatsen.
- Hoogspringlatten moeten na gebruik in het materiaalhok worden teruggebracht.
Krachtcentrum
- Plaats alle gewichten en matten e.d na gebruik terug op de plaats waar het vandaan kwam.
- Haal altijd alle schijven van de halters af na gebruik.
- Ben je de laatste die het krachtcentrum verlaat, doe dan de radio en het licht uit en sluit af.
Kleedkamers
- Haal na het douchen even de trekker over de vloer.
- Doe het licht uit als je de laatste bent die de kleedkamer verlaat.
- Ruim je troep op en laat niets achter als je weg gaat.
- Laat geen waardevolle spullen in de kleedkamer achter.